Je bekijkt nu Besluit instelling gemeenschappelijke OR blijft in stand

Besluit instelling gemeenschappelijke OR blijft in stand

  • Berichtcategorie:Arbeidsrecht

In de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) is bepaald dat een ondernemer, die twee of meer ondernemingen in stand houdt waarin tezamen in de regel ten minste 50 personen werkzaam zijn, voor alle of voor een aantal van die ondernemingen tezamen een gemeenschappelijke OR instelt als dit bevorderlijk is voor een goede toepassing van de WOR in de betrokken ondernemingen. Uit rechtspraak en de wetsgeschiedenis van de WOR volgt dat van belang is of de verschillende ondernemingen een zodanige samenhang vertonen in aard, structuur en management dat de instelling van een gemeenschappelijke OR gerechtvaardigd is. Daarbij weegt mee of die ondernemingen verwantschap vertonen en een gemeenschappelijk financieel, strategisch en sociaal beleid voeren en of de feitelijke en juridische zeggenschap in dezelfde handen is. Ook is van belang dat de medezeggenschapsstructuur zo veel mogelijk moet aansluiten bij de zeggenschapsstructuur van de betrokken ondernemingen. De uitoefening van de medezeggenschapsrechten moet plaatsvinden op het niveau waarop in overwegende mate de zeggenschap over de ondernemingen wordt uitgeoefend, omdat dit het meest doelmatig is. 

Uit de wetgeschiedenis van de WOR volgt dat uitgangspunt is, dat de ondernemer zelf kan beoordelen of het bevorderlijk is voor een goede toepassing van de WOR om voor alle of een aantal ondernemingen tezamen een OR in te stellen. De kantonrechter moet zich bij de beoordeling van een besluit tot instelling van een gemeenschappelijke OR beperken tot de vraag of de ondernemer in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen.

De kantonrechter heeft het verzoek van een OR om de onderneming te verplichten het besluit tot wijziging van de medezeggenschapsstructuur in te trekken afgewezen. Het besluit komt erop neer dat de onderneming een gemeenschappelijke OR wil instellen. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft de onderneming voldoende aannemelijk gemaakt dat de instelling van een gemeenschappelijke OR bevorderlijk is voor een goede toepassing van de WOR en de medezeggenschap in de betrokken ondernemingen.

Bron:Rechtbank Noord-Holland | jurisprudentie | ECLINLRBNHO20243709, 10877413 EJ VERZ 24-1 | 14-04-2024